Vita Beati Gerlaci Eremytae


 HOOFDSTUK X 

Op welke wijze de mond werd gesnoerd aan de wijsheid van de wereld, toen ze poogde kritiek te leveren op de levenswijze van de Zalige Gerlach

 24. Het lijkt me niet ongepast hier de loop van het verhaal  te onderbreken en in te lassen op welke manier de in de voorgaande hoofdstukken beschreven levenswijze of deugd van de zalige Gerlach door de wijzen van deze wereld met meer dan gewone nieuwsgierigheid aan onderzoekingen werd onderworpen. Hun bedoeling was deze bespottelijk te maken. In een poging om ze te minimaliseren trokken zij Gerlach’s kwaliteiten in twijfel in het licht van onweerlegbare redeneringen die de buitengewone wijsheid van deze wereld aanreikte. Maar omdat er geen valsheid werd gevonden, kwamen deze kwaliteiten onaangetast uit de discussie die volgde tevoorschijn, als uit het vuur van een smeltoven. Ergens in Haspengouw 1) ligt een omwalde stad, stad van Sint Trudo 2) genaamd. In die stad bevindt zich een abdij voor monniken, die door die heilige belijder werd gesticht en nu grote faam geniet dankzij zijn grote verdiensten en dankzij het feit dat hij daar begraven ligt.

De leiding van deze abdij berust bij de abt, de zeereerwaarde, in Christus’ kerk hogelijk gewaardeerde magister Johannes van Xanten 3) trouwe verkondiger van het woord van het kruis, en vlijtig organisator van de huidige kruistocht naar Jeruzalem. Op zekere dag nu, op de verjaardag van het overlijden van de belijder, de Heilige Trudo, die in die stad met passende eerbewijzen wordt vereerd door het volk dat dan van overal toestroomt, werden na afloop van de heilige officies die bij de goddelijke eredienst horen, talrijke personen, zowel bedienaars van de kerk als mensen uit de wereld, door de eerbiedwaardige abt op een feestdis uitgenodigd. Onder hen bevond zich een van de vooraanstaanden van de stad, die men in de volkstaal schepenen 4) noemt, Arnold genaamd, een man die de faam genoot grote profane kennis te bezitten en in wereldse zaken over zeer grote invloed te beschikken. Deze man nu begon eerst met ongewone nieuwsgierigheid aan een toevallig aanwezige broeder 5) uit het klooster van de Heilige Gerlach vragen te stellen over diens bekering, over zijn leven en zijn karakter. Vervolgens poogde hij hardnekkig in twijfel te trekken wat er gezegd werd. Tenslotte begon hij schertsend te spotten. De man deed dat omdat de wijsheid van deze wereld alleen maar geloof pleegt te hechten aan dingen die ze ervaren heeft, die ze door ondervinding kent, die ze begrijpt dankzij de zintuigen van ons lichaam, die we gemeenschappelijk hebben met de dieren. Maar waar het vuur van de goddelijke liefde, dat het hart van de uitverkorenen doordringt, mensen laat uitstijgen boven de mogelijkheden van de menselijke beperktheid en de overwinning laat behalen op hun eigen lichaam, de aloude vijand, op de wereld, dan wordt dit niet eens opgemerkt door stervelingen die zich uitsluitend met aardse zaken inlaten en geen waardering hebben voor iets dat het verstandelijke te boven gaat, gebukt als zij gaan onder de last van een leven dat verkeerd is ingesteld. Zo gebeurde het dat de eerder genoemde satraap (de man was op de hoogte van de literatuur!) in tegenwoordigheid van de velen die op de feestelijkheden waren uitgenodigd, begon te verkondigen dat geen enkele redenering hem kon doen geloven wat over de zalige Gerlach werd verteld en dit om de eenvoudige reden dat de zwakke ledematen van het menselijk lichaam niet in staat zouden zijn grote ontberingen te doorstaan tegen de normale gang van de natuur in.

 25. Tegen deze redenering zei de broeder van wie sprake was: De getuigenissen die de verdiensten van de zalige Gerlach kenbaar maken zijn onbetwistbaar geloofwaardige feiten. Hun weerklank verspreidde zich inderdaad door heel de streek en hun faam verbreidde zich door heel Germanië. Wat meer is, vaders vertellen het aan hun zonen en deze zonen vertellen het voort aan de volgende generatie. We staan dus voor de volgende keuze: ofwel we aanvaarden het vaste geloof van die gelovigen, ofwel we beschuldigen de volkeren van heel Germanië en zelfs talrijke volkeren daarbuiten van leugen en vervalsing. Want al die mensen die vroom toestromen naar het heiligdom van de belijder van Christus, Gerlach, getuigen eensgezind dat het van hun ouders is, dat zij die inlichtingen hebben ontvangen over het uiterst harde leven dat Gerlach leidde in dienst van God.

Ook de volgende feiten zijn onbetwistbare aanwijzingen dat heiligen tegen de rechten van het vlees en de wet van de natuur in hebben geleefd: voor hen is niet alleen de zaligheid in de hemel voorbehouden, maar reeds op deze wereld ontvangen zij van God zo een verheerlijking dat op de plaats waar hun lichaam rust, tegen de natuurlijke gang in, aan doden het leven, aan blinden het gezicht, aan doven het gehoor en aan verlamden het lopen wordt teruggeschonken, dat elke zieke er genezen weggaat. Heiligen en uitverkorenen van God ontvangen duidelijk een verdiende en aan de maat van hun inspanning aangepaste beloning, opdat het woord van het evangelie in vervulling zal gaan: "Met de maat waarmede gij meet, zult u gemeten worden en er zal u nog een toemaat gegeven worden".

 26. Toen de satraap dat hoorde en opheldering kreeg over al zijn twijfels, bleef hij toch met één probleem zitten. Hij beweerde dat het niet waar, zelfs niet mogelijk was, dat de Heilige Gerlach naar het woord van de psalmist als brood as van hout had gegeten, en dat zijn lichaam dat al zo uitgemergeld was door de grote ontberingen in staat was om zich met zo een voedsel in leven te houden, aangezien de substantie van het menselijk vlees door zo een spijs veeleer afgebroken dan gevoed werd. De doorstroming van het overal doordringende bloed en van de levenssappen gebeurde vlot zolang de aders in goede toestand verkeerden, maar na het eten van houtas was doorgang niet meer mogelijk. Daarop droeg de eerbiedwaardige abt van de kerk van Sint Trudo, van wie wij reeds gewag maakten, zijn steentje bij in onze discussie. Hij beslechtte ons dispuut, staafde mijn visie door zijn gezag en maakte een einde aan de kwestie. Hij vertelde namelijk een religieus te kennen in de bekende stad Kleef 6) die benevens andere uitingen van een vrome levenswijze een zo strenge onthouding naleefde dat hij dagelijks brood nuttigde dat bereid was uit gewoon meel met een dubbele portie as uit hout.

 27. We hebben gemeend dit verhaal te moeten inlassen om het voor elke lezer duidelijk te maken dat de daden van de zalige Gerlach, die meer dan eens aan een nauwgezet onderzoek door geleerde mensen van de wereld onderworpen werden, nooit, zoals kaf door de wind wordt meegevoerd, door de wind van de vervalsing werden opgeblazen, maar steeds gegrondvest bleven op het fundament van de waarheid. Laten we nu terugkeren naar het vervolg van ons verhaal. 

Noten

1. Hasbania of Hasbanium is een streek in België, die zich aan deze zijde van de Maas uitstrekt van Luik in de richting van Leuven. Ze werd reeds in het jaar 870 genoemd bij de verdeling van Lotharingen tussen Karel de Kale en Lodewijk.
2. Het leven van de Heilige Trudo geven we op 23 november; daar komt ook meer uitleg over deze stad.
3. Johannes van Xanten was decaan te Aken toen het verzoek tot hem werd gericht abt van Sint Trudo te worden. Hij werd gewijd op het einde van 1222. In het daaropvolgende jaar werd hij door de pauselijke gezant eveneens tot abt van Deutz aangesteld. Hij overleed op 23 januari 1228. Hier blijkt duidelijk in welke tijd deze vita geschreven werd.
4. Dit is de naam die in geheel België aan de "senatoren" van steden en streken wordt gegeven. Zij beschikken over de rechterlijke bevoegdheid, ongeveer zoals de VII-mannen of de XII-mannen.
5. Verder deelt de schrijver mede, dat hijzelf die broeder was.
6. Stad die haar naam gaf aan het bekende hertogdom Kleef. Het westelijk van de Rijn gelegen deel van het hertogdom werd eertijds bewoond door de Gugerni.

 

<< VORIGE                                                                               <<TERUG>>                                                                                VOLGENDE>>