Vita Beati Gerlaci Eremytae


 HOOFDSTUK IX 

Hoe hij iemands hoofdhaar afknipte zodat het gedurende 60 jaar nooit weer aangroeide

 22. Door zijn voorbeeldig gedrag gaf de heilige man niet  alleen aan iedereen een lichtend voorbeeld, maar voor de meesten was hij bovendien een bron van heilzaam onderricht. Vanaf het moment dat er velen naar hem toe kwamen, toen bleek dat hij iedereen van zijn moeilijkheden verloste, kwam hij in botsing met de levenswijze van sommigen. Geestelijken en pastoors berispte hij streng vanwege het feit dat zij de gordel van de eerbaarheid aflegden en minder rein en minder sober Gods weg bewandelden, en dat hun voeten gemakkelijk uitgleden op verkeerde paden. Tegen de soldaten maakte hij opmerkingen over het in beslag nemen en verdelen van klederen, over de onderdrukking van arme mensen, de ijdelheid van het dobbelspel, de jacht en de militaire toernooien en over het opeisen van interesten. De dames verweet hij de opsmuk van het gelaat, de strikjes en overtollige tierelantijntjes van hun kleren, dingen die nergens goed voor waren, maar integendeel leidden naar geboortebeperking en het lokken van de blik van overspeligen.

 23. Het heftigst evenwel ging hij tekeer tegen jongelingen en jonge mannen met lange, gefriseerde haren, die onbeschaamd pronkten met een haartooi als van de vrouwen uit die tijd. Met overtuigende woorden kon hij de meesten ertoe overhalen dat ze hem spontaan vroegen hun haren te knippen. Op dit punt heeft de Goddelijke almacht zich gewaardigd iets wonderbaars te verrichten, iets ongewoons dat indruist tegen de natuurwet. Een priester, Clericus genaamd, geboren op een geringe afstand van de kerk van de Heilige Gerlach, verblijft nu, sedert hij priester is, aan de oevers van de Rijn. Die man vertelt gewoonlijk dat Gerlach het hoofdhaar van zijn vader afknipte (toen deze nog een jonge man was); voorts herinnert hij eraan dat zijn vader tot op hoge leeftijd zonen en dochters voortbracht en op velerlei gebied zeer aktief bleef, maar dat zijn hoofdhaar nadien nooit meer verder groeide dan tot aan de lijn, waar de man Gods hem het haar had afgeknipt.

  

<< VORIGE                                                                               <<TERUG>>                                                                                VOLGENDE>>