Het hoofddoel van de restauratie 2007-2008 is het esthetisch
storende raster van ca. 5000 schroeven met volgplaatjes te verwijderen.
De koperen schroeven worden stuk voor stuk uit de bepleistering geschroefd,
vervolgens opnieuw dieper ingeschroefd. Zo ontstaan ca. 5000 lacunes, die
opgevuld worden met een kalk-zandmortel en geretoucheerd worden. Als
retouche-techniek wordt de tratteggio methode gebruikt: Bij deze techniek
worden strakke, verticale streepjes naast elkaar geplaatst. De bedoeling is
dat de retouches als restauratie-ingreep van dichtbij zichtbaar zijn en dus
onderscheidbaar van het origineel, maar van op grotere afstand onzichtbaar.
De eerste handeling is het reinigen van het volledige gewelfoppervlak. Dit
gebeurt droog met behulp van wish-ab sponzen, speciale latexsponzen voor
reiniging van muurschilderingen. Daarnaast worden loszittende delen van de
bepleistering geconsolideerd door ze te injecteren met een mortel op basis
van natuurlijk hydraulische kalk. Daarna worden de schroeven verwijderd en
opnieuw aangebracht zoals hierboven beschreven. Onder de volgplaatjes van de
schroeven komen restanten van de olieverfschildering van Stroucken en van
den Dijck uit 1872 te voorschijn. Deze zijn meestal veel donkerder dan de
originele schildering en de restanten worden verwijderd. Dit gebeurt met
behulp van een compres op basis van niet toxische solventen. Veder wordt
schilfering van de picturale laag gefixeerd met kalkcaseïnaat en wordt
verpoederde verf geconsolideerd met een semi-plantaardige lijm.
|